Sinds 1927 in de hoogtijdagen
Hoe word je een Duitse marktleider voor kwaliteitsvolle honing? Eén ding kunnen we zeggen: we hebben de ijver van onze gevleugelde medewerkers gekopieerd.
Het begin
De geschiedenis van de traditionele onderneming Langnese Honing begint aan het einde van een voorjaarsdag in 1925: de jonge importeur Karl Rolf Seyferth koopt op de Hamburgse beurs 5.000 kg Californische honing. Spontaan, want de bedrijfsleider van de “Duits-Chinese eiproducten maatschappij” had tot dat moment nog helemaal niets met honing te maken. Tegen alle verwachtingen in, na aanvankelijke tegenslagen, floreerde de handel en nam de vraag naar honing toe. Uit de impulsieve aankoop op de beurs ontwikkelt zich al na 2 jaar een florerende handel in honing.
De geboorte van het merk
Langzamerhand werd het tijd voor een merknaam die bij klanten eetlust moest opwekken. Daarom adverteerde Karl Rolf Seyferth in 1927 in het “Hamburgse toeristenblad”, dat hij een partner voor het oprichten van een vennootschap zocht. Het aanbod van exporteur Viktor Emil Heinrich (V.E.H.) Langnese interesseerde hem het meest. Want achter die naam zat in die tijd een biscuitfabriek in Hamburg met een uitstekende reputatie. Dit bedrijf stond bekend om de beste kwaliteit en grote betrokkenheid en zou daarom uitstekend bij Seyferths honing passen.
De heren Langnese en Seyferth ontmoetten elkaar in een chique Hamburgs restaurant. Bij de kaviaar en kreeft maakte de oude heer Langnese duidelijk dat hij zijn naam alleen in goede handen wenste te geven. Seyferth informeerde onzeker naar de verkoopvoorwaarden en ontving het neerbuigende antwoord: “Voor u, jonge man, kost dat 300 Duitse Mark en de rekening voor het eten”, dat was zelfs in die tijd bijna een cadeautje! In 1927 kocht de heer Seyferth de firma V.E.H. Langnese, welke was opgericht in 1888.
Het merk “Langnese honing” was geboren.
Een onderscheidend beeldmerk
Een merkproduct heeft een passend en vooral onderscheidend beeldmerk nodig. Al in de dertiger jaren liet Seyferth het typische Langneseglas ontwikkelen. De zeshoekige vorm van de honingraat en het cursief geschreven Langnese-lettertype samen met de gouden kleur zorgen ervoor dat de Langnese honingsoorten ook nu nog een blikvanger zijn in de schappen.
Op weg naar het merkartikel
In 1948, toen alles nog in puin lag, schonk het Marshallplan de Hamburgse bevolking een scheepslading bijenhoning. De heer Seyferth benutte deze kans en zette voorlopig in de kelder van een Hamburgse firma een afvullerij op. De honing werd hem bijna uit de handen gegrist.
Vanaf 1950 begon de systematische opbouw van het merk. De Langnese honing moest een merkartikel met gelijkblijvende hoge kwaliteit en smaak worden. Aan die eisen was met een natuurproduct zoals honing niet makkelijk te voldoen. Langnese kocht enkele imkerijen in Guatemala, Salvador en Mexico en bouwde uitvoering kwaliteitscontroles in. Bovendien hield Langnese maandenlang smaaktesten in levensmiddelenwinkels onder eigenaars en klanten. Zo ontstond uiteindelijk met veel inspanning, bekwaamheid en feeling de optimale Langnese receptuur.
De investeringen waren de moeite waard: in 1958 was Langnese honing al marktleider met 6.500 ton en een omzet van 20 miljoen Duitse Mark (ruim € 10,2 miljoen). In 1965 volgde de verhuizing naar het kleine stadje Bargteheide, ten noorden van Hamburg.
Innovatie producten voor honingliefhebbers
In 1985 werden de eerste imkerspecialiteiten geïntroduceerd: vijf soorten boden een verscheidenheid voor de kwaliteitsbewuste genieter. Om de sterk toenemende verkoop aan te kunnen, werd in 1998 in Bargteheide een nieuw bedrijfsgebouw met een moderne afvul- en verpakkingsinstallatie in gebruik genomen.
Langnese honing is tegenwoordig nog steeds een van de meest geliefde honingen in Nederland. Het sympathieke merk heeft niets ingeboet op haar oorspronkelijke vitaliteit en uitstraling. Slechts zelden komt men zo’n harmonische samenspel van product en merk tegen zoals bij Langnese.